Columnist: Dirk Groot “Zwerfinator”
Bij mijn ouders thuis pronkt een mooie ronde houten taartdoos met daarop de naam D.Groot. Dat is mijn naam, maar ook die van mijn vader en van mijn opa. Ik ben Dirk Groot de derde. Mijn opa en mijn vader waren banketbakkers. Hele goeie zelfs. Ik koos een ander pad, ik zette de familietraditie niet voort.
Die taartdoos komt uit de tijd dat er op taartdozen nog borg zat. Anders brachten de mensen de herbruikbare doos niet terug. Vroeger was de mens weinig anders dan nu. Ik neem hem soms mee bij lezingen in de regio waar mijn naam nog wordt geassocieerd met koek en gebak. Ik kan zo mooi illustreren hoe statiegeld werkt.
Tijdens mijn schooltijd en studie werkte ik in de banketbakkerij op zaterdagen en in vakanties. In die tijd heb ik het allemaal zien gebeuren. Hoe blik, hout, papier en karton werden vervangen door plastic. Hoe er plastic vensters in gebaksdozen kwamen. Hoe papieren koekzakken werden vervangen door plastic bakjes met een plastic zak eromheen. Hoe het paasei werd verpakt in overdadig cellofaan met mooie plastic strikken en ga zo maar door. Nooit kwaad in gezien.
Recyclen was in die tijd ook nog heel gewoon. Gebroken koek werd hergebruikt in deeg. Oude cake kun je prima hergebruiken in appeltaart. Fijngemalen schuim kun je als suiker gebruiken en van oude slagroom kun je boter maken. Het was business as usual totdat de arbeidskosten van het recyclen hoger werden dan die van de aanschaf van nieuwe grondstoffen.
In mijn vroege jeugd werd slagroom aangeleverd in tankjes met borg. Later werden dat kartonnen dozen met daarin een plastic zak met schenktuit. Wat overbleef ging in de afvalpers. En doooorrrrrrr! Niemand keek er nog naar om.
Ik nam de banketbakkerszaak niet over. Dat deed iemand anders. Toffe vent. De laatste keer dat ik hem sprak vertelde hij me dat ik hem aan het denken had gezet. Hij was gaan kijken naar zijn afval. Eén van de maatregelen die hij had genomen was om weer slagroom te gaan gebruiken in tankjes met borg.
Borg. Statiegeld dus. Een gouden uitvinding uit de oudheid. En actueler en noodzakelijker dan ooit.
Vandaag kocht ik in de supermarkt een plastic flesje Lipton Ice Tea met statiegeld. Ik heb er hard voor gestreden. Ik wil niet terug naar vroeger. Ik wil vooruit. Maar wel de goede dingen meenemen naar de toekomst.